Onderstaande uitleg over de grafieken is van toepassing op alle mogelijke oorzaken van vervorming en/of schade. Hoewel hier als aanleiding een (geïnduceerde) aardschok gebruikt wordt is de interpretatie van de grafieken hetzelfde in geval van zetting door werkzaamheden, natuurlijke zetting en/of elke andere mogelijke oorzaak waardoor een gebouw vervormd wordt.

Aardschok met schade

Hieronder ziet u twee sterk vereenvoudigde animaties van de oppervlaktebeweging als gevolg van een aardschok. Aan de hand van deze animaties verklaren we de bijbehorende grafieken.

Zetting / Tilt

Scheefstand na passage van Rayleigh wave.

Schade / Scheur

Schade na passage van een Rayleigh wave.

de Stand

Midden in de eerste grafiek ziet u dat de stand in zeer korte tijd "verspringt". De muur is in langsrichting in zeer korte tijd van stand veranderd. Op het zelfde moment vertoont de tweede lijn ook een kleine sprong welke laat zien dat de muur ook in dwarsrichting lichtelijk van stand is veranderd. Beide grafieken komen niet meer terug op hun oorspronkelijke niveau.

Plotselinge verandering van de stand.

Conclusie: Het muurdeel waarop de sensor is gemonteerd is na de schokgolf in dezelfde stand teruggekomen. In langsrichting was de beweging veel sterker als in de dwarsrichting. in langsrichting heeft gedurende 5 seconden de muur gemiddeld 0,8 duizenste graad scheef gestaan.

de Trillingen

In deze grafiek zien we de maximale boog welke tijdens de passage van de schokgolf is waargenomen.

De maximale boog tijdens de passage van de beving.

De beide rode pieken vertegenwoordigen de maximale uitslagen, dwz. de grootste doorlopen boog tijdens de passage van de aardbeving.

Conclusie: Tijdens de beving doorliep de muur in langsrichting een boog van maximaal 2 honderdste graad en in dwarsrichting 2,5 honderdste graad.

Versnellingen

Hieronder ziet u de versnellingen in respectivelijk langs-, dwars- en hoogterichting van de muur.  Dit zijn de waargenomen piek versnellingen binnen een periode van 5 seconden.

Om 12:43 passeerde de beving het gebouw.

Conclusie: Tijdens de beving is een maximale versnelling in langsrichting van 0,24 meter per secondekwadraat gemeten. In langsrichting 0,085 meter per secondekwadraat en in de hoogte 0,34 meter per secondekwadraat.

Eindconclusie

Een standverandering van 4,7 duizendste graad lijkt onbeduidend. Echter, indien de schadesensor in het fundament is gemonteerd kan de nok van het huis op 8 meter hoger (de radius) 0,66 millimeter verplaatst zijn. Dit hoeft op zich geen zichtbare schade tot gevolg te hebben. Bij 5 van dergelijke veranderingen is dit reeds opgelopen tot 3,3 millimeter...

Indicatieve berekening:

Starre vervorming = Aantal veranderingen x radius x tangens(stand voor schok - stand na schok)

In cijfers:

Starre vervorming = 5 x 8000 x tan(0.4962 - 0.4915)

Starre vervorming = 3,3 millimeter.